Kathelijn van de Loo, piano – Herman Coenen, poëzie
Plaats: Kapel Mariëngaarde
Navigeren: Burgemeester Damsstraat 7 (tegenover Burgemeester Damsstraat 42)
Datum: 23 april
Aanvangstijd: 20:00 uur
Zaal open: 19:30 uur
Reserveren: reserveringenmariengaarde@gmail.com
Kosten: € 12,50 betalen bij binnenkomst (contant)
Jean Sibelius, componist uit een land dat zich kenmerkt door stille bescheidenheid. Nu in onze
dagen in West-Europa de behoefte groeit aan uitzichten op een andere stijl van leven, komt Finland
op ons toe als een voorbeeld van wezenlijke betrokkenheid van mensen op de natuur en het leven als
zodanig, als ook van grote tolerantie en zorgzaamheid onderling. In Sibelius’ muziek klinkt dit
door. In zijn composities
ademt het landschap, je voelt de puls van het leven en daar doorheen een ontroerende tussen-
menselijke warmte.
Pianiste Kathelijn van de Loo en dichter Herman Coenen maken in hun optreden deze dimensies in het werk van Sibelius hoorbaar. Daarbij wisselen muziek en poëzie elkaar af: haar pianospel en zijn gedichten belichten hetzelfde in twee verwante, elkaar aanvullende talen.
Het programma opent met een pianistische versie van Sibelius’ bekende ‘Finlandia’. Daarmee wordt de
toon gezet voor het thema van dit eerste deel: ‘landschappen’. In een serie stukken van Sibelius,
Janácek en Chopin werkt Kathelijn van de Loo dit thema uit. Haar muziek wordt afgewisseld met
gedichten van Herman Coenen waarin het landschap biografisch herkenbaar gestalte krijgt.
Na de pauze speelt Kathelijn van de Loo een zestal vrijwel vergeten impromptus van Jean Sibelius.
In zijn poëzie levert Herman Coenen persoonlijk commentaar, met als rode draad het thema
‘generaties’. Mensen brengen elkaar voort, dragen bij aan elkaars bestaan, niet alleen fysiek maar
ook geestelijk. In het voortdurend doorgeven aan elkaar zijn wij samen dragers van het
onophoudelijk veranderend, zich vernieuwend leven.
Kathelijn van de Loo werd geboren in een muzikale familie. Ze zong voordat ze praatte en als peuter kroop ze onder het instrument van haar pianospelende moeder. Van haar kreeg ze vanaf haar achtste jaar pianoles. Ze ontdekte de wereld achter de noten, en wist: dit is mijn wereld. In haar tienerjaren kreeg ze les van Julia Wasowicz, een uit Polen afkomstige leerlinge van de invloedrijke Jan Wijn in Amsterdam.
Zo kwam ze al jong op hoog niveau, studeerde Bach, Chopin, Mendelssohn, Debussy, Bartók.
Na de vooropleiding aan het Haags Conservatorium ging ze naar het Brabants Conservatorium in Tilburg (opleiding docerend en uitvoerend musicus, hoofdvak piano), met als docenten Paul Komen, Bart van de Roer en Jan Gruithuyzen. Ze volgde vele masterclasses, bij o.a. Jan Wijn, Igor Roma, Ronald Brautigam en het Storioni Trio. In Parijs kreeg ze lessen van Eugen Indjic, en in Portugal van Maria João Pires, haar grote bron van inspiratie. Ze was finaliste bij het Prinses Christina Concours, soleerde in het vijftiende pianoconcert van Mozart en haar geliefde vierde pianoconcert van Beethoven. Ze werkt graag samen met verwante geesten, in klassieke muziek, jazz, vrije improvisatie en poëzie. Ze is een inspirerend pianodocente met leerlingen van alle leeftijden en begeleidt jonge musici bij concoursen en concerten.
Herman Coenen schreef al in zijn kinder- en tienerjaren opstellen en gedichten. Na zijn universitaire studie in de sociologie was hij dertig jaar werkzaam in de sociale wetenschap. Zijn centrale thema: de menselijke lichamelijkheid en het fenomenologisch-kwalitatief onderzoek daarvan, waarover vele publicaties in binnen- en buitenland en lezingen in vele landen waaronder de wereldcongressen voor sociologie in Uppsala (1978) en Mexico City (1982). Als hoogleraar aan de UvH in Utrecht zocht hij een integratie met poëzie, mime en zang. Sinds zijn afscheid van de universiteit in 2000 legt hij zich volledig toe op het artistieke veld. Hij schrijft gedichten en poëtisch proza; maakt voorstellingen in vertel- en poëzietheater waarin hij ook concertina speelt; geeft workshops rond levensverhalen, poëzie schrijven, lichaamsbewustzijn. Hij speelt concertina bij uitvaarten, die hij af en toe ook leidt. Begeleidt mensen in gesprekken naar zelfkennis en creativiteit. Publicaties o.a.: ’Van huis’ (Brandon Pers, Tilburg, 1998); ‘Naden/Seams’ (Trobador, Tilburg, Proforma, Rotterdam, 2001); ‘Tegen de keer’ (Liverse, Dordrecht, 2016); twee duo-cd’s met pianist Jeroen van Vliet: ‘Alleen nog maar de zon schilderen’ (2005) en ‘Tegen de keer’ (2015); gedichten en miniaturen in literaire bladen, o.m. Kruispunt, Kreatief, Tirade, Yang, De Revisor, Brabant Cultureel, in bloemlezingen (Davidsfonds, Leuven), in Querido’s Poëziespektakel (Querido, Amsterdam, 2010 t/m 2012), in ‘Dichter.’ (Plint, Eindhoven 2018 t/m 2021); evenals in de Poëziekalenders 2021 en 2022 van dezelfde uitgever. Op 6 februari 2022 was hij in gesprek bij het tv-programma De Verwondering (zie www. De Verwondering). Zijn gedicht ‘Overwinteraar’ eindigde bij de beste honderd in de nationale gedichtenwedstrijd Prijs de Poëzie 2022. De cd ‘Origem’ waarop zijn concertina, stem en poëzie te horen zijn samen met liederen van zangeres en gitariste Sandra Coelers verschijnt binnenkort.